Historie

Het eerste begin

Het begon eigenlijk allemaal in 1909. Het Departement ‘s-Gravenhage van de Maatschappij tot Nut van het Algemeen kreeg het aanbod van de gemeente ‘s-Gravenhage om een stuk grond te huren aan De La Reykade (thans De La Reyweg). Hier mocht het Departement volkstuinen aanleggen voor volkstuinders “van goed zedelijk gedrag”. Vanuit de Maatschappij tot Nut van het Algemeen werd een Commissie van Beheer aangesteld die moest toezien op het kweken en veredelen van de gewassen. Deze periode, eind 19de en begin 20ste eeuw, kenmerkte zich door een ware volksverhuizing vanuit het “platteland” naar de stedelijke gebieden. Maatschappelijke en Kerkelijke organisaties spanden zich in om de nieuwe stedelingen stukjes grond te verhuren. Het idee hierachter was dat de volkstuintjes werden gebruikt voor het telen van groenten en fruit. Dit allemaal als aanvulling op het beperkte gezinsbudget van de nieuwe stedelingen.

In 1917 besloot een aantal huurders van het Departement een wedstrijd inclusief bijbehorende tentoonstelling van de gekweekte groentes, fruit en bloemen te organiseren. Uiteraard geschiedde dit alles in zeer goed overleg met en na goedkeuring van de Commissie van Beheer. De huurders bleken echter nog ambitieuzer. Ze waren voornemens een vereniging op te richten met als doel het “aankweeken van de schoonheidszin op de tuinen”. De wedstrijd kwam er en de tentoonstelling was een enorm succes. Niet in het minst omdat de tentoonstelling werd bezocht door Hare Majesteit Koningin Wilhelmina, de Commissaris van de Koningin te Zuid-Holland en de toenmalige burgemeester van ‘s-Gravenhage. Er werden zelfs prijzen uitgereikt. Dit alles in de zomer van 1917. Nog geen twee maanden later werd de vereniging echt opgericht en in aanwezigheid van 60 huurders werd het eerste bestuur gekozen.

Op 22 augustus 1917 werden de statuten vastgesteld en werd de naam van de vereniging gekozen: “Nut en Genoegen”. Er was nu dan wel een vereniging, maar de leden huurden nog steeds een tuin van de Commissie van Beheer van het Nut en de leden dienden zich volledig te conformeren aan de doelstellingen van de Maatschappij tot Nut. De vereniging beperkte zich in het begin alleen tot het bevorderen van de onderlinge contacten via wedstrijden en tentoonstellingen en jaarlijks werd er voor de leden zelfs een feestavond georganiseerd. Niet alle huurders werden lid van de vereniging. Van de 270 huurders aan De La Reykade waren er 100 die lid werden van de vereniging. In de geest van die tijd zette de vereniging, in goed overleg, zich in op de gezamenlijke inkoop van zaden, tuinmaterialen en mest. De vereniging was geboren. De stad breidde zich uit zoals hierboven al geschreven, kenmerkte die periode zich door een echte landelijke volksverhuizing. Ook de stad ‘s-Gravenhage ontkwam niet aan deze uitbreiding. De vereniging Nut en Genoegen werd gedwongen te verhuizen en betrok een stuk grond gelegen tussen de huidige Vreeswijkstraat en het Almeloplein. In de kronieken van de vereniging wordt gesproken over het Vreeswijkcomplex. Dit was de periode direct na de Eerste Wereldoorlog. Maar zo eenvoudig als het hier nu staat beschreven ging het natuurlijk niet. Er gingen vele gesprekken met de gemeente ‘s-Gravenhage aan vooraf en, zo stelde de gemeente, er zou “geen subsidie worden verstrekt voor de gehele verhuizing”. De vereniging moest verhuizen en uiteindelijk zelf opdraaien voor de kosten.